Bijtanken langs de snelweg
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft Impuls Economen een bijdrage geleverd aan een nieuwe beleidsvisie op verzorgingsplaatsen langs de snelwegen. Het rapport van Impuls Economen is hier te vinden.
De komende dertig jaar verandert er veel langs de snelwegen. Het aanbod van fossiele brandstoffen moet worden afgebouwd terwijl het aanbod van elektrische snelladers moet worden opgebouwd.
Dat gaat niet zonder slag of stoot. Exploitanten van laadstations vechten bij de rechter de plaatsing van snelladers bij tankstations aan. Exploitanten van tankstations vechten bij de rechter de plaatsing van shops bij laadstations aan. Doordat het de overheid ontbreekt aan beleidsmogelijkheden komt de regie over de verzorgingsplaatsen bij de rechter te liggen.
Impuls Economen onderscheidt in het onderzoek vier typen voorzieningen:
- de parkeervoorziening;
- de tankvoorziening;
- de laadvoorziening;
- de winkel- en horecavoorziening.
De parkeervoorziening is niet commercieel te exploiteren en moet daarom door de overheid (Rijkswaterstaat) worden beheerd. De overige voorzieningen kunnen door commerciële partijen worden verzorgd. Daarvoor zou de overheid exploitatierechten moeten toekennen.
Impuls Economen adviseert om per verzorgingsplaats slechts één aanbieder van tankdiensten en slechts één aanbieder van laaddiensten toe te laten. Concurrentie op de verzorgingsplaats biedt namelijk aan de weggebruiker geen voordelen in de zin van een betere kwaliteit of lagere prijzen. Sterker nog, wanneer, net als nu, het aantal snelladers te groot wordt in verhouding tot het aantal elektrische voertuigen, dan worden onnodig kosten gemaakt die uiteindelijk toch bij de consument in rekening zullen worden gebracht. Door handhaving van het gebiedscriterium kan de overheid voldoende concurrentiedruk tussen verzorgingsplaatsen verzekeren.
Impuls Economen adviseert om de tankvoorziening, de laadvoorzieningen en de winkel/horecavoorziening niet in één exploitatierecht onder te brengen, maar ieder afzonderlijk in de markt te zetten. Achtergrond van dit advies is dat bij het combineren van voorzieningen in één exploitatierecht bepaalde partijen van mededinging zouden worden uitgesloten. Zo sluit een combinatie van de tank- en de laadvoorziening gespecialiseerde aanbieders van laaddiensten uit (omdat zij geen fossiele brandstoffen willen verkopen), en sluit een combinatie van de winkel/horeca- en de tankvoorzieningen gespecialiseerde aanbieders winkel/horecadiensten uit.
Impuls Economen adviseert ten slotte om de transitie van fossiele brandstoffen naar fossielvrije energiedragers niet per pomp te laten geschieden, maar per verzorgingsplaats. Door de verzorgingsplaatsen verspreid over dertig jaar één voor één om te bouwen van tankstations in laadstations neemt de afstand tussen de tankstations toe. Dat biedt de overblijvende tankstations het voordeel dat hun afzet langer op peil blijft en de exploitatie langer rendabel blijft.